3. Is er verschil qua
werkloosheid in de verschillende sectoren?
Werkloosheid gaat altijd
samen met de vraag naar arbeidskrachten. Bij de ene arbeidssector is er meer
vraag naar arbeidskrachten dan bij de andere. Zo is er ook verschil tussen de
volgende 2 sectoren, de detailhandel en de bouwsector.
Deze 2 totaal verschillende sectoren hebben één ding gemeen, bij
een goed lopende economie is er weinig werkloosheid in beide sectoren. Maar
er zijn uiteraard onderling nog een aantal verschillen:
(1) Invloed van bevolkingsgroei.
(2) Automatisering en mechanisatie.
(3) Rentestand.
(4) Vraag naar en omscholing van personeel.
(5) Ondernemerschap.
Invloed van bevolkingsgroei
De bevolkingsgroei is voor de bouwsector een hele belangrijke factor. Hoe meer
mensen er in Nederland bij komen hoe meer mensen er een huis nodig hebben. Maar
meer mensen betekent ook meer arbeidsaanbod op de arbeidsmarkt. Alleen de vraag
is op het moment groter dan het aanbod, dus is er een hele kleine groep werkelozen
in de bouwsector. Deze werklozen zijn vooral oudere buitenlandse bouwvakkers.
Het werk in de bouwindustrie is zwaar en hard en daardoor is er veel vraag naar
jonge, gezonde werknemers.
Ook komen er steeds meer hoog opgeleiden in de bouwsector terecht. De constructies
om te bouwen worden ingewikkelder en dus is er behoefte aan hoog opgeleid personeel.
De detailhandel heeft ook baat bij een grotere bevolkingsgroei, maar in minder
grote mate dan de bouwsector. De detailhandel heeft niks aan veel mensen en
een slechte economische stand. Bij een slecht draaiende economie wordt er weinig
gekocht door consumenten en is de detailhandel als eerste getroffen. Zij zijn
immers de sector die de producten en diensten aan de man brengen. Huizen en
andere bouwprojecten zijn gegarandeerd nodig bij een groeiende bevolking, een
verbetering van de economische positie van ons land en dus meer consumeren door
inwoners is niet gegarandeerd.
Automatisering en mechanisatie
De bouwsector kent mechanisatie, maar mensenhanden zijn heel belangrijk bij
uitvoering. Automatisering is moeilijk door te voeren en daardoor is de kans
dat de bouwsector inzakt klein en dat betekent kleine kans op banenverlies.
De detailhandel is gevoeliger voor mechanisatie en automatisering. Goede voorbeelden
hiervan zijn, het vervangen van loketten bij banken, voor opvragen van geld
van betaalrekeningen, door pinautomaten en wat uit de trekautomaat halen in
de snackbar, in plaats van de ouderwetse persoonlijke manier van eten bestellen.
Mensenfuncties worden hierin vervangen door de machines. Slecht een aantal arbeidskrachten
blijft nodig om een bedrijf draaiende te houden.
Rentestand
De rentestand is voor de detailhandel belangrijk voor de mate van werkloosheid.
Is de rente hoog, kopen mensen weinig producten en geven ze weinig geld uit.
De detailhandel is meteen weer de dupe. Weinig inkomsten is banenverlies. De
schommeling van de rentestand zorgt er dus ook voor dat er veel periodes zijn
van wisseling van werkloosheidscijfers.
Vraag naar en omscholing van arbeidskrachten
De detailsector heeft een groot aantal ongediplomeerde arbeidskrachten onder
haar hoede. Denk maar aan winkelpersoneel dat vaak diplomaloos is. Deze arbeidskrachten
zijn makkelijk te vinden en vormen geen moeilijkheid voor de detailsector als
het gaat om arbeidsvraag.
De werkeloosheid onder aanbieders van arbeid van winkelpersoneel en bedienden
is dan ook laag. De hoog opgeleiden vormen maar een heel klein gedeelte van
de detailsector.
Zij zijn het brein achter goedlopende winkelketens en restaurants. Zij zijn
degene die weinig kans hebben ontslagen te worden bij een slecht lopende economie.
Bij een slecht draaiende economie vallen de klappen meestal toch onder op de
ladder van opgeleiden.
De bouwsector heeft ook veel laaggeschoolden onder haar hoede. Het voordeel
dat laaggeschoolden hebben is dat ze snel zijn om te scholen tot een ander soort
arbeider. Van een stratenmaker is makkelijk een plankenzager te maken. Een bankdirecteur
is ook snel om te bouwen tot een accountant. Deze omscholing van personeel zorgt
voor een vermindering van de werkeloosheid. Is er in een bepaalde sector meer
vraag dan is dat goed op te vullen door een groep aanbieders van werk, die in
een sector zitten waar er teveel aanbod is.
Ondernemerschap
De detailhandel bestaat voor een groot gedeelte uit kleine ondernemers. Mensen
die dus niet in loondienst zijn. Zij zijn de drijvende kracht achter deze sector.
Een klein bedrijfje dat ophoudt met bestaan heeft gemiddeld toch wel zo’n
2 a 3 mensen in loondienst. Deze mensen zijn dan meteen werkeloos. De bouwsector
kent deze problemen ook, maar in veel mindere mate dan de detailhandel. Een
bouwbedrijf hoeft zich immers niet op een toplocatie te vestigen om een goed
winstresultaat te kunnen draaien. Ook zijn er naar verhouding veel minder kleine
bouwbedrijfjes dan kleine bedrijfjes in de detailsector. De bouwsector is dus
minder gevoelig voor de schommeling van verlies en winst van arbeidsplaatsen
door kleine bedrijfjes.
::
VOLGENDE ::
::
INHOUDSOPGAVE :) ::